In de winter van 1997 ging ik met mijn vader naar het Amsterdamse theater Carré om de musical Annie te bezoeken. Het was de eerste musical die ik zag en ik was erg onder de indruk. Maar bovenal was ik een beetje jaloers op die kinderen op het podium, het leek me fantastisch om zoiets te mogen doen.
Na afloop zag ik bij de merchandise stand aanmeldingsformulieren liggen voor de audities voor het tweede seizoen van Annie. Hoewel ik nog nooit iets had gedaan op het gebied van theater/zang/dans heb ik me aangemeld en ben ik op 24 februari 1998 vol goede moed met mijn vader naar de audities gegaan. Mijn moeder durfde niet mee omdat ze dacht dat ik afgewezen zou worden, ze wilde mijn teleurstelling niet meemaken.

De audities vond ik spannend, maar ik was vrij nuchter over mijn kansen en vond het vooral een leuke ervaring. Het viel me op dat er een hoop kinderen rondliepen waarvan de ouders nog meer gespannen waren dan de kinderen zelf, en sommige kinderen hadden hun haar al afgeknipt en rood geverfd. Ik denk dat zulke acties averechts werken, maar ik begrijp heel goed dat die kinderen gewoon heel graag wilden.
Tegen alle verwachtingen in ging ik steeds door naar een volgende ronde. Tijdens de laatste auditieronde deed ik samen met en vriendinnetje van school auditie voor de rol van Annie. Dat leverde wel wat spanning op omdat we allebei natuurlijk graag doorwilden. Toch hebben we elkaar geholpen bij de voorbereiding, en uiteindelijk mochten we beiden de rol van Annie vertolken.

Op 20 mei 1998 kreeg ik per brief te horen dat ik Annie was geworden, ik sprong een gat in de lucht. Toen volgde een zomer vol repetitie en zangles, en natuurlijk werd mijn lange blonde haar afgeknipt en rood geverfd. Dat was even slikken, maar ik had het er graag voor over. De vakantie kon helaas niet doorgaan vanwege de repetities, en hoewel het super leuk was met de meisjes van mijn groep vond ik de dagen soms best lang en vermoeiend. Al die tekst uit je hoofd leren en het acteren was vreselijk spannend. Vooral de scenes die ik met volwassenen moest spelen vond ik eng, zij waren immers echte acteurs en actrices! Ik was namelijk best verlegen, al had ik wel een vrij grote mond.
Ik ben in die periode zelfs nog op het matje geroepen omdat ik me te veel bemoeide met de repetities en brutaal was. Ik moest mijn attitude drastisch omgooien als ik in de musical wilde blijven spelen, oei! Maar ik heb me de rest van de tijd keurig en stil gehouden. 🙂 En gelukkig waren er wel een paar volwassenen die mij en mijn grote mond wel konden hebben.

De eerste uitvoering die ik met mijn groepje deed kan ik me nog goed herinneren. Tijdens het omkleden speelden de zenuwen zo hoog op dat ik er ziek van werd. Ik heb een hele tijd op een stoel gezeten met een kopje thee, en volgens mij werd er al gesproken over eventuele vervanging. Gelukkig kon mijn zangdocente (Margot Giselle, Grace Farrell in de show) me oppeppen en zo zat ik even later met knikkende knieën in de coulisse te wachten tot ik op mocht.
Het geluid van een orkest dat bezig is met het stemmen van de instrumenten geeft me nog altijd kippenvel, want dat hoorde je terwijl je zat te wachten en het publiek langzaam binnenstroomde.
Na de ouverture begonnen de weesmeisjes met de eerste scene, en na een korte tijd moest ik het podium op. Ik geloof dat iemand mij die eerste keer een klein zetje heeft moeten geven, maar toen ik eenmaal was begonnen ging het goed. Mijn openingszin was ook wel lekker: En nou allemaal die waffels dicht. Allemaal. Ga slapen. Thats the way to make an entrance!

Ook de laatste voorstelling kan ik me nog goed herinneren, ik kreeg steeds tranen in mijn ogen als ik me (tijdens het spelen) bedacht dat het de laatste keer zou zijn dat ik dat stukje mocht spelen/zingen. Vooral bij het nummer Mijn New York stroomde aan het eind de tranen over mijn wangen, ik vond het altijd zon leuk nummer omdat je met de hele cast staat te zingen. En bij het laatste woord doet iedereen heel langzaam zijn armen omhoog; mijn New Yooooooooooooooooooork.
Wat me verder nog helder voor de geest staat zijn de blunders die ik heb gemaakt. Eén keer viel ik van de trap tijdens mijn spectaculaire entree. Ik werd tijdens de laatste scene omgekleed voor het kerstfeest en kreeg dan mijn krullenpruik op. Dat moest heel snel gebeuren en daarna moest ik (onder tromgeroffel en nogal theatrale muziek) op de glamour manier (armen gespreid en bij elke stap je andere voet in de lucht zwiepen) de wenteltrap op het podium afdalen. Tja, en met die gladde lakschoentjes kan dat heel makkelijk fout gaan…En dus gleed ik de laatste 10 treden naar beneden.
Gelukkig lukte het me om de draad meteen weer op te pakken.
Dat lukte me een andere keer niet tijdens de inzet van het nummer Ergens. Het orkest speelde tijdens de scene de intro van het nummer, maar toen de dirigent mij het seintje begin maar gaf wist ik ineens de tekst niet meer! De intro ging maar door en de dirigent fluisterde me na een aantal tellen de eerste woorden toe, en toen schoot het me ineens weer te binnen. Heel gênant om tegenover een zaal vol mensen een black out te hebben, maar het kan gebeuren.

In het seizoen 1998-1999 heb ik zon dertig keer gespeeld, soms twee keer op een dag. Met onze nanny reden we dan in een busje naar het theater, en soms brachten onze ouders ons. Een aantal keer kwamen mijn ouders en familieleden kijken en die waren erg enthousiast, mijn opa moest zelfs huilen toen hij me op zag komen. Gelukkig was er niemand van mijn familie of vrienden jaloers, ze moesten er niet aan denken om op dat podium te moeten staan. Mijn ouders waren trots, maar behandelde me niet anders dan anders. Van andere ouders kregen zij wel eens verhalen te horen over prinsessengedrag, daar had ik niet zon last van.
Het hele jaar steeg de spanning bij ons thuis als ik een verstopte neus had of last had van mijn keel, want ik mocht natuurlijk niet ziek worden. De meisjes uit mijn groep hadden ook altijd neusspray bij zich, dan klonk je tijdens je verkoudheid weer even gewoon. Eén keer ben ik echt ziek geweest en werd ik vervangen, dat vond ik heel jammer.

Hoewel het inmiddels 14 jaar geleden is word ik nog altijd vrolijk als ik terug denk aan die heerlijke tijd. Ik heb zo veel leuke herinneringen dat ik wel 10 kantjes vol zou kunnen schrijven. In de krant staan met een foto met de toenmalige premier Wim Kok, kinderen die bij de uitgang van het theater om een handtekening vragen, fanmail tekeningen ontvangen, een jas met het Annie logo en mijn naam en rol er op; ik vond het allemaal fantastisch. Maar het allerleukste was het gevoel dat je ergens bij hoorde, bij een cast, bij een crew, bij zon landelijke productie. Dat gaf me een heel bijzonder gevoel.
Het was al met al een ervaring om nooit meer te vergeten. En hoewel ik na deze rol geen ambities meer heb gehad op het musical vlak heeft het me veel gebracht en geleerd. Tijdens mijn middelbare schooltijd heb ik veel meegedaan aan de muziekavonden en later ook aan wedstrijden etc. Nu werk ik op een buitenschoolse opvang en zing ik lekker met de kinderen van mijn werk. 🙂
Met de meisjes van mijn groepje heb ik inmiddels nauwelijks contact meer, maar we zijn wel bevriend op Facebook. Zo kan ik toch zien hoe iedereen opgroeit.

Sacha Steenvoorden (26)
Annie in seizoen 1998-1999 van Annie, Stardust Theatre BV